Mateo en Ana zijn in het grensgebied van Chili en Argentinië met hun zoontje Lucas op weg naar Ana’s moeder. Onderweg deed Lucas iets waardoor zijn ouders vonden dat hij even uit de auto gezet moest worden. Al snel erna krijgen ze spijt en gaan ze terug om hem weer op te halen. Maar daar aangekomen blijkt Lucas verdwenen, ze vinden alleen nog maar zijn petje. Roepen, zoeken, wachten – het helpt niets, Lucas blijft onvindbaar. Ook de politie komt langs en de camera dwaalt mee door het bos en het kreupelhout op zoek naar de jongen. Deze nachtmerrie voor de ouders leidt tot een golf van opgekropte reflecties, onderlinge beschuldigingen en ongemakkelijke waarheden.
De film is een intrigerend en thrillerachtig Kammerspiel, maar dan in het bos, in één take opgenomen en met een ontknoping om even beduusd van te zijn.
