Dinsdag 7 maart vertoont Filmhuis Emmen het aangrijpende Look What You Made Me Do van Coco Schrijber. Henriëtte Poelman maakte een inleiding bij deze docu voor IDFA (Internationaal Filmfestival Amsterdam) 2022. Henriëtte Poelman is artistiek leider en programmeur van Internationaal Filmfestival Assen, (IFA) dit jaar van 10-13 maart in De Nieuw Kolk in Assen.
Regisseur Coco Schrijber gebruikt in haar films regelmatig onverwachte perspectieven om haar verhalen te vertellen. Zo gaat de in binnen- en buitenland bekroonde oorlogsdocumentaire First Kill (2001) niet over de gruwelen van de strijd of over heldendom, maar over de aantrekkingskracht van het gelegitimeerde vernietigen, over de roes van het vechten.
En ook in Look What You Made Me Do, genomineerd voor de IDFA Award voor Beste Nederlandse Film, belicht ze op haar eigen wijze een heftig onderwerp.
Het begint al bij de titel. In Look What You Made Me Do zien we drie vrouwen die openhartig vertellen over het geweld in hun relatie; over dat ze zó met hun rug tegen de muur kwamen te staan dat ze geen andere uitweg zagen – en hun partner hebben omgebracht.
Over de titel zegt Schrijber: ‘Wanneer mannen hun vrouw in elkaar hebben geslagen, leggen ze meestal de schuld bij haar [ook in veel speelfilms]. Ik wilde een film maken waarin het nu eens omgekeerd was, maar dan in overtreffende trap. Als je geen andere uitweg hebt dan moord, dan ligt die schuld toch bij de ander. Dan zegt eindelijk de vrouw: “Look what you made me do. Ik wilde je niet vermoorden, maar je hebt me in die rol gedwongen. Ik kon niet anders”.’
Elk jaar worden wereldwijd ruim 30.000 vrouwen door hun partners vermoord. In Nederland elke acht dagen 1 vrouw. Schokkende cijfers. Maar voor heel veel mensen blijft het bij cijfers, en is er weinig aandacht voor. Dat maakte Schrijber boos. Is dit dan acceptabel? Kunnen we met die cijfers leven, als of zolang we er zélf niet mee hoeven te leven?
Schrijber wilde niet zozeer een film maken over vrouwelijke moordenaars, maar over de woede van vrouwen en hoe dit doorgaans wordt onderdrukt. Als meisje leer je bijvoorbeeld dat je niet kwaad moet zijn, boos zijn past niet bij je. Dus uit je het niet, of nauwelijks. Je wordt stil. Je laat het je misschien wel ‘gewoon’ overkomen. Dit zien we ook in de schilderijen die Schrijber toont in de film, waardoor we een klein kijkje krijgen in hoe vrouwen – hoe vrouwen en geweld – weergegeven worden in de kunstgeschiedenis. De vrouwen zijn passief, hangen rond, liggen om bekeken te worden door de schilder en de kijker. Maar Judith niet, op het beroemde schilderij Judith onthoofdt Holofernes, door Artemisia Gentileschi. Zij neemt letterlijk het heft in eigen hand. Haar zwaard snijdt door Holofernes’ keel, haar blik is vastberaden. We zien twee kinderen in een museum ernaar kijken. Het jongetje is geschokt, leeft mee met de man, begrijpt het niet. Het meisje denkt er het hare van.
Tussen de interviews en de schilderijen door zien we beelden van blije koppels, maar ook van ruzies op straat – misschien het verschijnen van eerste barstjes. EN in stil zwart wit: schokkende beelden van bewakingscamera’s. Die Schrijber overigens gewoon online heeft gevonden – en niet uit de krochten van internet, maar simpelweg van YouTube geplukt. Waarop honderden van dit soort beelden blijken te staan. Heftig, ik zeg het maar vast.
Schrijber geeft inzicht in de ervaringen van de vrouwen, in de patronen die iemand vast laten lopen, en de onmacht om uit de situatie te stappen. Je bent alleen met je pijn, zegt één van hen, alleen met je huwelijkspijn. Het is extra eenzaam als je mishandeld wordt door juist diegene waar je de grootste verbondenheid mee zou moeten (en wil) voelen. De persoon die het meest om je zou moeten geven, het beste voor je zou moeten willen – je partner, in sommige gevallen de vader van je kinderen.
De film drukt ons met de neus op de feiten, zonder te vervallen in sensatie. Heel sec. Zonder verteller die scènes aan elkaar lijmt, zonder reacties of onderbrekingen van de interviewer, of vragen over spijt of wat er door hen heen ging. De vrouwen krijgen volledig de ruimte om hun verhaal te doen, in hun eigen omgeving. Ook de anonieme vierde vrouw, die op dit moment in een gewelddadige relatie zit, en niet weet hoe het verder gaat. Nu zijn zij aan het woord. Wij luisteren. En, zo hoopt Schrijber, we worden boos. Ze hoopt dat we na deze film niet praten over de vrouwen, maar over de mannen. Over hoe het zo ver kan komen en hoe het kan dat ze hun partners zo denken te kunnen behandelen. Dat we nadenken over hoe onze cultuur hier aan bijdraagt – en ook hier zelf weer een reflectie van is.
Schrijber hoopt dat we nadenken over al die ramen in de stad waarachter huiselijk geweld plaatsvindt dat voor de buitenwereld verborgen blijft. Uit schaamte, uit schuldgevoel, uit angst. Terwijl woede je kan redden.
Henriëtte Poelman
Artistiek leider & Programmeur Internationaal Filmfestival Assen